Hoe jong ze destijds ook was, voor Fariba is het een déja vu de beelden van Afghanen te zien die in paniek zijn en alles doen om het land te ontvluchten. Toen ze zelf 24 jaar geleden vluchtte had de Taliban net als nu de macht in het land overgenomen. “Het houdt niet op in Afghanistan. Ik ben zelf in 2012 teruggegaan naar Kabul om familie op te zoeken. Ik zag daar hoe gedreven iedereen was om wat van het leven te maken. Ze zijn weer terug bij nul. Het doet pijn dat te zien.”
Via AZC’s in Eindhoven en Utrecht kwam het jonge Afghaanse gezin in Coevorden terecht. Fariba: “Aan die periode heb ik goede herinneringen. We kregen daar een huisje, het was al helemaal ingericht. En we werden warm ontvangen door de mensen en instanties. De buren stonden echt voor ons klaar.”
Op school was het lastig voor Fariba. “Ik was nog nooit naar school geweest. Mijn broer wel, maar toen ik klein was mochten meisjes niet naar school. Ik werd in groep 6 geplaatst, had de basisstof gemist, sprak alleen Dari en wist niets van de cultuur. Er was toen ook geen inburgeringscursus. Maar ik maakte wel snel contact met iedereen. Dat heeft me toen echt geholpen.”
En Fariba bleek een doorzetter. Na het vmbo volgde de havo, na de havo het mbo en na het mbo de hbo. “Ik heb bedrijfskunde gedaan, maar ik ben erachter gekomen dat ik graag in de praktijk werk. Ik houd van actie en aanpakken. Nou, daar krijg ik op dit moment genoeg van.”
Sinds juli werkt Fariba als recruiter voor Start People op een voor bijzonder en bekend account: het COA, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers dat op dit moment de AZC in gereedheid brengt voor de opvang van de Afghaanse vluchtelingen die naar Nederland worden gebracht. “Ik heb altijd gezegd dat ik iets voor vluchtelingen wil betekenen als ik dat kan. Nu is dat moment kennelijk aangebroken.”
Vanuit de vestiging van Start People in Arnhem heeft ze uitzendkrachten voor de AZC’s in Ede en Zeist geworven, nu is druk bezig met Nijmegen. “Of dat gemakkelijk gaat? De markt is krap. Veel mensen hebben natuurlijk al een functie ergens, maar ik blijf positief dat we voldoende mensen weten te vinden. Ik geef niet op. Al ben ik dag en nacht bezig en moet ik honderd keer bellen om één vacature te vervullen, dan doe ik dat. Dat ben ik aan de Afghaanse vluchtelingen verplicht”.